Leren is als vliegen
Het besturen van een organisatie kun je vergelijken met het besturen van een vliegtuig.
Een toestel blijft in de lucht dankzij opwaartse krachten. En Johan Cruijff zei het al: “als je in het veld staat, moet je bewegen”. Een vliegtuig moet vaart ontwikkelen om echt te kunnen vliegen. Eenmaal op snelheid, ontstaat door luchtwervelingen aan de bovenzijde van het toestel een onderdruk die opwaartse krachten oproept. Dankzij deze stuwende krachten kan het toestel opstijgen en zich in de lucht verplaatsen. Bedenk dus dat een vliegtuig in staat is te vliegen dankzij haar omgeving. Zonder lucht geen vlucht!
Vertrouwen als automatisch piloot
Eenmaal los van de grond zet het toestel koers naar de geplande eindbestemming, liefst via een rendabele, snelle en voor de passagiers en crew comfortabele strategische route.
Met de geplande koers voor ogen evalueert de automatische piloot voortdurend de voortgang in de vluchtresultaten - hoogte, snelheid, brandstofverbruik - en stuurt bij conform vluchtplan. Voor de veiligheid zorgen ook menselijke piloten, die een oogje in het zeil houden via de meters in de cockpit. Als omstandigheden binnen of buiten daartoe aanleiding geven, grijpen zij de stuurknuppel.
Doelgericht sturen
Grote koerswijzingen komen altijd tot stand via levende mensen. Niet voorspelde, heftige, signalen of veranderingen in de omgeving vereisen handmatig ingrijpen. Een alerte piloot kan, op grond van actuele weersinformatie, bij een naderende storm van enige omvang, kiezen voor een alternatieve vluchtroute door tijdelijk boven de donderwolken uit te stijgen.
Doelgericht sturen is te beschouwen als een eerste, voortdurende, opwaartse kracht die de linkervleugel van de organisatie omhoog stuwt. Het gaat om strategisch denken, tactisch en operationeel handelen, het vermogen tot plannen en organiseren en alle structuren, systemen en werkwijzen die bijdragen aan bewust en gericht leren.
In de cockpit vindt de planmatige leercyclus plaats, waarbij wordt gelet op afwijkingen van het bestaande reisplan. Dat heet 1e orde leren, oftewel 'bijsturen' of ‘bijleren’ in de bestaande ‘goede’ richting.
Ontwikkelend leren
Vliegen gaat beter met twee vleugels. Een volwassen persoonlijkheid gebruikt behalve de analytische linker- ook de rechterhersenhelft, die verantwoordelijk is voor een ruimtelijke en een meer creatieve manier van denken. Bij een organisatie gaat dat soortgelijk. Ook de rechter-vleugel krijgt een ‘lift’ door een opwaartse kracht, het ‘ontwikkelend leren’.
Ontwikkelend leren kan 1e orde leren zijn op het gebied van persoonlijke ervaringen, van het gewone werk of van geplande projecten. Spontaan dienen zich inzichten aan waarmee we ons voordeel kunnen doen. Je kunt ook bewust het zelfbewustzijn en kennis oprekken of je vaardigheid vergroten. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van leerfaciliteiten die de organisatie biedt. Het is goed te weten welke competenties en vaardigheden in het professionele rugzakje zitten.
Ontwikkelend leren is ook de bewustwording van hiaten in doelmatigheid en doelgerichtheid. Je gaat beseffen dat er nieuwe doelen nagestreefd moeten worden. Dat noemen we ‘omleren’ oftewel 2e orde leren; hetzelfde ‘beter’ willen doen. Als blijkt dat ‘oude’ werkwijzen of overtuigingen over managen nu en in de toekomst onvoldoende beheersing gaan bieden, dan spreken we ‘nieuwleren’ of 3e orde leren; het ‘anders willen doen. Het is een diepgaande maar gezonde start van een zoektocht naar ‘steeds beter’. Ontdekkend leren is dus de tweede opwaartse kracht, die de rechtervleugel van de organisatie naar ongekende hoogte stuwt.
Leren neemt een vlucht
De kunst van het managen is alert te zijn op signalen en leerervaringen van binnen èn buiten. Door echt in contact te zijn met partners uit onze omgeving, blijven we een ‘luchtige’ organisatie die anticipeert en meebeweegt met de omgeving.
In de cockpit van een organisatie, het centrum van stuur- en leervermogen, wordt op hoofdlijnen richting bepaald door doelgericht bij te sturen in combinatie met ontwikkelend leren. Elke professional draagt op zijn eigen niveau een bijdrage leveren. Want elke medewerker is verantwoordelijk voor de eigen procesresultaten, de professionaliteit en voor de bijdrage aan het stuur- en leervermogen van de organisatie. En dus voor kwaliteit. Gezamenlijk vormen alle professionals de autonome, halfautomatische piloot waarop het bestuur wil vertrouwen en bouwen. Het management handelt vanuit ‘service leadership’. Zij scheppen een werkklimaat dat volop ruimte biedt voor doelgericht leren en voor ontdekkend leren. En zij coördineren de acties die hieruit voortkomen.
>>> terug naar 'Diensten'
>>> terug naar 'Publicaties'